Goed nieuws voor zonnepanelen-eigenaren: meer zon
De hoeveelheid zonuren en zonnestraling is de afgelopen jaren toegenomen, signaleert het KNMI. Dit is goed nieuws voor eigenaren van zonnepanelen, die hun opbrengst zien stijgen. De afgelopen tien jaar waren zonniger dan gemiddeld. Ook lijkt het erop dat de intensiteit van de zonnestraling, die van belang is voor de opbrengst van zonnepanelen, toeneemt. Of deze positieve trends verder zullen doorzetten is onzeker.
Steeds zonniger jaren
2019 was een heel zonnig jaar. Normaal gesproken schijnt de zon gemiddeld 1639 uur per jaar. In 2019 was dit 1964 uur. Met uitzondering van de maanden januari en oktober, waren alle maanden van het vorig jaar zonniger dan normaal. 2019 komt dan ook op de derde plaats van zonnigste jaren sinds het begin van de waarnemingen van het KNMI. En dit geldt niet alleen voor 2019. 2018 spande de kroon en was met 2099 zonuren het zonnigste jaar sinds 1901. De laatste 10 jaar is het aantal zonuren in Nederland elk jaar hoger dan het zogenaamd ‘langjarig gemiddelde’.
Windrichting bepaalt mede aantal zonuren
Een mogelijke verklaring voor de langjarige toename in zonneschijn gedurende de zomer is volgens het KNMI “dat de wind vaker uit (zonnigere) zuidelijke en oostelijke richtingen komt en minder vaak uit (meer bewolkte) noordelijke en westelijke richtingen. De overheersende windrichting bepaalt voor een belangrijk deel het aantal uren dat we de zon in Nederland kunnen zien.”
Ook zonnestraling neemt toe
Voor de opbrengst van zonnepanelen is de hoeveelheid zonnestraling van belang. De intensiteit van een uur zonneschijn kan behoorlijk verschillen. Volgens grondmetingen steeg de hoeveelheid zonnestraling in 2019 met 9% ten opzichte van de periode 1981-2010. Het KNMI meet ook met behulp van Meteosat-weersatellieten hoeveel zonnestraling het aardoppervlak bereikt. Deze metingen geven aan dat vorig jaar ruim 4% meer zonnestraling het aardoppervlak bereikte dan in de referentieperiode waarvoor deze satellietmetingen beschikbaar zijn: 2005-2018. “2019 past in de trend van toenemende zonnestraling in Nederland in de afgelopen decennia”, aldus het KNMI. “Sinds begin jaren 80 is een positieve trend van 3 procent per decennium waargenomen. Deze toename kan voor een belangrijk deel worden toegeschreven aan een afname in de hoeveelheid aerosolen (oftewel: schonere lucht), terwijl de wolken gemiddeld ook dunner lijken te zijn geworden.” Volgens het KNMI is het onduidelijk of deze trend zich de komende jaren zal voortzetten.
Ook meer zon in Apeldoorn en omgeving
Michiel Roemer houdt voor de zonnedaken van deA in de gaten of de genoemde landelijke trends ook voor Apeldoorn en omgeving gelden. “Dat is zeker het geval”, antwoordt Michiel. “Het KNMI-station Deelen ligt het dichtst in de buurt van Apeldoorn, op zo’n 15 km afstand ten zuiden van Apeldoorn. Vanaf 1988 worden op dit station zon-gerelateerde grootheden gemeten zoals het aantal uren zon per dag, en de globale zonnestraling (J/cm2).
Bovenstaand plaatje geeft de jaargemiddelde zonnestraling over een dag gedurende de periode 1988-2019. Je kunt duidelijk zien dat de zonnestraling geleidelijk toeneemt. In 30 jaar tijd is de zonnestraling op dit station met 10,5% toegenomen.” Goed nieuws dus voor bezitters van zonnepanelen. “Op de collectieve zonnedaken die door deA ontwikkeld zijn is duidelijk waarneembaar dat in de jaren 2018 en 2019 veel meer energie is opgewekt dan voorzien werd op basis van verwachtingen uit het verleden”, voegt Michiel toe. “En de eerste vijf maanden van 2020 doen er zelfs nog een schepje bovenop met zelfs een hogere opbrengst dan over de eerste 5 maanden in het topjaar 2018.”