De dongel met monitoring is stap 1 naar het vormen van de energiegemeenschap.
Dit zijn de stappen erna waaraan we willen gaan werken in de komende jaren:
Dat kan, maar je krijgt alleen energiebelasting terug voor het gedeelte dat je zelf niet opwekt.
Met Buurtstroom mag je zoveel opwekken als je netto thuisverbruik, dat is wat je thuis verbruikt minus wat je thuis middels zonnepanelen op eigen dak opwekt. Dus teruglevering wordt ervan afgetrokken.
Met eigen zonnepanelen kun je dus het beste alleen Stroomdelen kopen voor het deel van de energie die je niet zelf opwekt met je zonnepanelen.
Je ontvangt jaarlijks een teruggave van de energiebelasting (incl. btw) over de geproduceerde energie. In 2019 is de energiebelasting € 0,1193/kWh (incl. btw). Als we uitgaan van een opwek van 248 kWh per paneel (=StroomDeel), is de opbrengst per jaar:
€ 0,1193/kWh * 248 kWh = € 29,59.
Onderstaande afbeelding laat de opbrengst zien gedurende 15 jaar. Na 15 jaar heb je € 426,- teruggekregen bij een inleg van € 260,-. Dit komt na 15 jaar neer op een rendement (IRR) van 7,1 % per jaar.
Let op: Voor Buurtstroom Apeldoorn gaan wij uit van een gelijkblijvende energiebelasting. Als de energiebelasting daalt, zal de teruggave op de energienota minder zijn, wat een (mogelijk tijdelijk) nadeel kan zijn. Anderzijds kan de energiebelasting ook stijgen, waardoor je meer terug krijgt.
De overheid stelt jaarlijks de energiebelasting vast. De afgelopen 20 jaar is deze belasting flink gestegen. Het kan echter ook gebeuren dat tot een verlaging van de belasting besloten wordt, zoals in 2016 het geval was.
Buurtstroom Apeldoorn bestaat uit diverse afzonderlijke projecten (daken). Een project gaat door als aan volgende voorwaarden is voldaan:
Er moeten voldoende deelnemers zijn.
De Belastingdienst moet het project goedkeuren. Deze aanvraag kan pas ingediend worden als er voldoende deelnemers zijn.
De provincie Gelderland moet de subsidieaanvraag goedkeuren. Ook deze aanvraag kan pas ingediend worden als er voldoende deelnemers zijn. De subsidie bedraagt 20% van de investering in de zonnepanelen-installatie en is nodig om het financiële plaatje rond te krijgen.
Tip: kijk naar je energieverbruik. Bepaal op basis daarvan het aantal StroomDelen. Het is niet voordelig om meer StroomDelen aan te schaffen. Je krijgt namelijk maximaal de energiebelasting van je eigen verbruik terug.
De Regeling Verlaagd Tarief geldt voor 15 jaar. Daarna vervalt het recht op teruggave van de energiebelasting. Na 15 jaar worden de zonnepanelen eigendom van de dakeigenaar.
Je kunt je inschrijven voor 1 of meerdere StroomDelen. Een StroomDeel kost 260 euro.
Als er voldoende StroomDelen voor het betreffende dak zijn verkocht, gaat het project van start. Een StroomDeel levert ca. 250 kWh per jaar op. De energiebelasting (incl. btw) over de opgewekte stroom wordt in mindering gebracht op je energierekening. Naar verwachting is dat circa 30 euro per jaar.
Je kunt ook meedoen als ondernemer, mits de onderneming geregistreerd staat met een kleinverbruik aansluiting. Verder geldt als voorwaarde dat een ondernemer niet meer dan 20% van het kapitaal van de coöperatie mag inbrengen.
Als je buiten de postcoderoos van het gezamenlijke dak gaat verhuizen, kun je niet langer meedoen. Je kunt je StroomDeel dan verkopen aan de nieuwe bewoner van je woning, of een buurtgenoot hiervoor zoeken. Coöperatie Buurtstroom deA neemt de StroomDelen niet over. Het is wel zo dat de coöperatie behulpzaam is bij het vinden van een koper. De coöperatie legt een wachtlijst van geïnteresseerden aan.
De financiële risico’s van je deelname zijn zeer beperkt. Coöperatie Buurtstroom deA is juridisch eigenaar van de zonnepaneleninstallatie en dus aansprakelijk. Hiervoor zijn we echter verzekerd.
Daarnaast kan de energiebelasting stijgen of dalen waardoor je respectievelijk meer of minder energiebelasting terug krijgt op je energierekening.
Een indirect risico is dat de stroomprijs daalt. Coöpeartie Buurtstroom deA krijgt dan minder betaald voor de geleverde stroom, waardoor de exploitatie op termijn in gevaar zou kunnen komen.
Mocht er zich toch een situatie voordoen waarin de schade aan de panelen niet verzekerbaar is (in geval van onverzekerde situaties, denk aan oorlog of natuurramp), dan stopt het project. De schade wordt in geen geval op de leden verhaald.
Dit is de heffingskorting (ook wel ‘vermindering energiebelasting’ genoemd) en deze geldt voor alle locaties met een verblijfsfunctie (zoals een woonhuis of een kantoor). In 2017 is het bedrag € 373,33 inclusief BTW. Dit staat los van de teruggave aan energiebelasting die je ontvangt met deelname aan Buurtstroom Apeldoorn. Bij deelname ontvang je dus beide kortingen.
Door mee te doen draag je bij aan schone energie van en voor Apeldoorn. Bovendien ontvang je een teruggave van energiebelasting die op jouw eigen energierekening wordt verwerkt. De teruggave gaat over de stroom die toegekend is aan jouw StroomDelen. De totaal opgewekte stroom wordt namelijk verdeeld over het aantal StroomDelen. Hier vind je een rekenvoorbeeld.
Daarnaast wordt de stroom door Buurtstroom Apeldoorn verkocht aan een energieleverancier. Met deze stroomopbrengst wordt het beheer en de administratie van het project geregeld/betaald. Deze inkomsten dekken ongeveer de uitgaven van Buurtstroom Apeldoorn en mocht er toch geld overblijven dan reserveert Buurtstroom Apeldoorn dit batig saldo voor nieuwe toekomstige projecten.
Als je meedoet met Buurtstroom Apeldoorn koop je StroomDelen van een dak bij jou in de buurt. Een StroomDeel kost 260 euro. Een StroomDeel is het financiële equivalent van een zonnepaneel. Met een Stroomdeel verkrijg je gedurende 15 jaar het recht op teruggave van de energiebelasting (+BTW) van de opgewekte stroom die aan jouw StroomDeel wordt toegekend.
Je doet voor 15 jaar mee (duur van het project). Zolang geldt de belastingkorting via de overheidsregeling. Dat klinkt lang, maar als je zelf zonnepanelen zou nemen, zou je een investering doen voor een product dat zo´n 30 jaar meegaat. Wanneer je wilt of moet stoppen, bijvoorbeeld omdat je verhuist, kun je het StroomDeel doorverkopen aan iemand die in hetzelfde deelnamegebied woont, bijvoorbeeld de nieuwe bewoners van de woning.
Je krijgt maximaal de energiebelasting terug voor je eigen energieverbruik. Wij adviseren daarom om 85% als uitgangspunt te nemen, zodat je nog ruimte hebt om andere energiebesparende maatregelen door te voeren. Bij het inschrijven wordt hierop overigens nog gecheckt. Eén StroomDeel staat voor ca. 250/260 kWh.
Stel je hebt een jaarlijkse energierekening voor ongeveer 2800 kWh, dan is het verstandig om maximaal 9 StroomDelen te kopen.
Voor deelnemende ondernemers geldt daarnaast dat ze bij een project tot 20 procent van de StroomDelen mogen hebben. Omdat ondernemers soms een hoog verbruik hebben is het voor hen ook belangrijk de bovengrens van het belastingtarief, 10.000 kWh, in de gaten te houden. Hierboven wordt geen korting meer gegeven door de Belastingdienst, meer StroomDelen dan 10.000 kWh is dus niet praktisch.
Ja, dat moet. Dat is een voorwaarde van de Regeling Verlaagd Tarief waarmee we werken. De regeling wordt ook wel de postcoderoosregeling genoemd. Voor elk Buurtstroom project geldt er een postcoderoos van postcodegebieden (een postcodegebied is het gebied met dezelfde eerste 4 cijfers in de postcode). Als jouw elektriciteitsaansluiting zich in een van deze postcodegebieden bevindt, kun je meedoen. Op de website kun je zien wie mee kan doen aan welk dak.
Ja, de overheidsregeling waarmee we werken (Regeling Verlaagd Tarief) stelt het verplicht om lid te zijn van een coöperatie. Als je meedoet met Buurtstroom Apeldoorn word je automatisch lid van Coöperatie Buurtstroom deA. Deze coöperatie is speciaal voor het project opgericht. Lidmaatschap is gratis.
Op deze pagina zie je welke daken er beschikbaar zijn. Je kunt je inschrijven en aangeven met hoeveel StroomDelen je mee wilt doen. Eén stroomdeel kost 260 euro. Voor vragen kun je contact opnemen met deA, buurtstroom@de-A.nl.
Buurtstroom Apeldoorn verzorgt de administratieve taken. Daar heb jezelf dus geen omkijken naar.
Het StroomDeel dat je hebt in de coöperatie geldt niet als deel van je eigen vermogen. Je hoeft jouw StroomDelen dus ook niet op te moet voeren in de belastingaangifte als vermogen in Box 3.
De zonnepaneleninstallatie wordt aan het einde van de looptijd aan de eigenaar van het dak ‘om niet’ overgedragen. Dit is de tegenprestatie voor het feit dat de eigenaar gedurende 15 jaar het dak kosteloos ter beschikking stelt.
De Coöperatie Buurtstroom deA wordt eigenaar van de paneleninstallatie. Als lid ben je op jouw beurt (mede)eigenaar van de coöperatie.
Als deelnemer aan een Buurtstroomproject investeer je in een collectieve, relatief grote zonnepaneleninstallatie bij jou in de buurt. Bijvoorbeeld omdat je zelf geen zonnepanelen op het eigen dak kan leggen. Daarmee lever je een bijdrage aan de toename van duurzame energie. De zonnepaneleninstallatie wordt in je eigen buurt opgezet door Buurtstroom Apeldoorn en zelf profiteer je, samen met je deelnemende buurtgenoten, van de opbrengsten door middel van een belastingteruggave op jouw eigen energierekening.
Gedetailleerde informatie vind je in het Informatiememorandum.
Stoppen met aardgas en zoeken naar andere warmtebronnen. Dat is de omslag die we aan het maken zijn. Anders dan nu, gaan we in de toekomst op verschillende manieren verwarmen. Ook het verwarmen met pelletketels hoort daarbij. Die zijn bijvoorbeeld geschikt in de buitengebieden, als elektrisch verwarmen niet mogelijk is.
Pellets zijn CO2-neutraal, tenminste, als het hout duurzaam groeit én uit de buurt komt. Daarom doet onze coöperatie een pilot en onderzoeken we of het mogelijk is pellets te maken van snoeihout uit Apeldoorn en die op de markt te brengen.
Afhalen houtpellets: elke donderdag.
Tijden:
10:00 – 12:00 uur
13:00 – 15:00 uur
Campus Woudhuis
Het Woldhuis 13
7325 WN Apeldoorn
Bezorging: uitsluitend (voor leden) binnen de gemeente Apeldoorn €10,00 incl. BTW
deA werkt graag mee aan een duurzame kringloop van snoeihout dichtbij. Houtpellets zijn pas duurzaam als ze uit de buurt komen en als ze bijvoorbeeld reststromen verwerken. Daarom zetten we ons in voor deze kleine kringloop dichtbij. De pellets worden nu nog in Twente geproduceerd. De productie dichtbij scheelt transportkosten en vervuiling. Verwarmen met pellets levert veel minder fijnstof dan de houtkachel of open haard. Verwarmen met pellets uit de buurt is duurzaam en CO2-neutraal.
Bij de verbranding van houtpellets komt er ook fijnstof vrij. Dat is vele malen minder dan bij houtstook met de allesbrander, houtkachel, open haard of vuurkorf. Maar ook meer dan bij de verbranding van aardgas. Hoeveel het precies is hangt af van de verbranding, de installatie, de schoorsteen en de filtering. Als heel Apeldoorn zou overstappen naar de pelletkachel, zouden we een probleem met de luchtkwaliteit krijgen.
Maar dat is niet het geval. De pelletkachel of -ketel is een kleinschalige oplossing waarmee een gedeelte van de Apeldoornse woningen (bijvoorbeeld in het buitengebied) kan worden voorzien van CO2-neutrale energie. Duurzaam gekweekt en direct uit de buurt. Met de huidige kennis kiest onze coöperatie daarom met een gerust en groen hart voor deze pilot met lokale, duurzame houtpellets.
Voor iedereen met een pelletkachel: deA en campus Woudhuis werken samen met het maken en verpakken van pellets. De medewerkers van de campus verpakken de regionale houtpellets voor de leden en afnemers van onze lokale energiecoöperatie. Ook is de campus een afhaalpunt voor bestellingen.
Campus Woudhuis is het groene werk-leerbedrijf gevestigd in de boerderij naast IVN Woldhuis. De medewerkers zijn mensen met een arbeidsbeperking en leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs. De campus biedt hen een werkplek, dagbesteding of een stageplek. Door de samenwerking met deA is het verpakken van de pellets nu één van de werkzaamheden. Ook kun je bestellingen afhalen op de campus.
Het plaatsen van windmolens kan effect hebben op vogels en vleermuizen. Daarom zijn er beschermende bepalingen voor het plaatsen van windparken. Deze zijn bedoeld om eventuele hinder voor vogels, vleermuizen en hun verblijfplaatsen (direct en indirect door effecten op migratieroutes of foerageergebieden) te beperken.
De belangrijkste beschermende bepalingen voor vogels en vleermuizen zijn de Flora- en faunawet, Natuurbeschermingswet, Natura 2000-gebieden en de gebieden van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen zijn opgenomen in de nationale wetgeving. Het Alterra-rapport ‘Ecologische en natuurbeschermingsrechtelijke aspecten van windturbines op land‘ geeft een goed overzicht. Het rapport is te downloaden op www.wur.nl
Effecten op vogels
Bij vogels zijn de volgende effecten bekend:
Conclusies effecten op vogels
Uit rapporten van onder meer het Wereld Natuur Fonds blijkt dat windturbines slechts een klein deel van de vogelslachtoffers veroorzaken die door menselijk handelen om het leven komen. Naar schatting 1 tot 2 procent van het aantal dat door het verkeer wordt getroffen. Slachtoffers vallen in principe op iedere locatie, maar het effect is afhankelijk van de aanwezige soorten en de totale aantallen vogels ter plekke. Bij het plaatsen van windparken buiten beschermde vogelgebieden is verstoring door verlies of verandering van biotopen meestal geen belangrijke negatieve factor. De mate van verstoring hangt af van de locatie en de omvang van de projecten. De barrièrewerking kan wel aanzienlijk zijn. Er is meer energie nodig bij het passeren van windturbines. Over de gevolgen is nog weinig bekend.
Bron: RVO
Vogelbescherming Nederland is vóór het gebruik van windenergie in combinatie met energiebesparing en andere duurzame energiebronnen. De Vogelbescherming is tegen windparken dicht bij de kust, omdat daar veel trekroutes en voedselgebieden liggen.
Bron: Milieucentraal
Slagschaduw is de schaduw die de windmolen op een woning werpt als de zon in een bepaalde stand staat en de wieken draaien. Omdat dit hinderlijk kan zijn, zijn er in Nederland normen bepaald voor slagschaduw. Deze liggen vast in het Activiteitenbesluit. De norm stelt dat er een stilstand-voorziening op de windmolens moet worden aangebracht als er zich woningen bevinden binnen 12 maal de rotordiamater (diameter van de wieken) én er meer dan 17 dagen per jaar voor meer dan 20 minuten aan slagschaduw per dag op kan treden op de gevel van woningen. Op de overige dagen mag tot maximaal 20 minuten slagschaduw optreden. Om deze norm hanteerbaar te maken, vertalen de meeste exploitanten de norm naar maximaal 6 uur slagschaduw per jaar. deA en de Wolff Nederland Windenergie doen dat ook. Dit betekent dat de molens worden stilgezet, zodra er meer slagschaduw optreedt dan de genoemde 6 uur per jaar. Als de schaduw de woning voorbij is, wordt de molen weer aangezet. Alle minuten slagschaduw tellen mee, ook op dagen dat de slagschaduw minder dan 20 minuten is. Als de schaduw de woning voorbij is, wordt de molen weer aangezet.
In 2016 heeft deA een onderzoek laten doen naar slagschaduw van de drie geplande molens in Beekbergsebroek. Dit onderzoek is uitgevoerd door Pondera Consult.
Hoe is het onderzoek uitgevoerd
Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van een rekenmodel. In het onderzoek is een extra marge aangehouden van een uur om er zeker van te zijn dat de woningen niet meer dan 6 uur slagschaduw krijgen. In het onderzoek is geen rekening gehouden met obstakels tussen de windmolens en de woningen, beplanting en eventuele andere gebouwen. De slagschaduwduur kan dus in de praktijk lager uitvallen.
Resultaat zonder stilstandvoorziening
Als er geen aanvullende maatregelen worden genomen dan valt er op veel woningen meer slagschaduw dan de norm van 6 uur. Het kaartje hieronder laat zien om welke woningen het gaat. Woningen buiten de grijze lijn krijgen maximaal 15 uur slagschaduw per jaar. Woningen buiten de rode lijn krijgen maximaal 6 uur slagschaduw per jaar. Woningen buiten de groene lijn krijgen helemaal geen slagschaduw.
In Nederland wordt het geluidsniveau van windmolens getoetst aan de normen in het Activiteitenbesluit. Hierin staat dat het gemiddelde geluidsniveau op een gevel van een woning gedurende de dag en avond over een jaar niet meer mag zijn dan 47 dB (in onderzoektermen: 47 dB Lden ). Voor de nachtperiode geldt een strengere norm van 41 dB (41 dB Lnight ). Ter vergelijking: een gesprek is gemiddeld 60 decibel, een autoweg op 100 meter afstand is 80 decibel (bron www.windenergie.nl).
De molens in Beekbergsebroek
deA heeft een onderzoek laten uitvoeren naar het geluid van drie windmolens in Beekbergsebroek. Dit onderzoek is gedaan door Pondera Consult. Aan de hand van een rekenmodel, waarin 13 woningen zijn opgenomen (10 woningen in Beekbergsebroek en 3 in de Maten). Voor deze woningen is het gemiddelde geluidsniveau per jaar berekend.
Het onderzoek laat zien dat er bij twee woningen niet wordt voldaan aan de geluidsnorm, als er geen aanvullende maatregelen worden genomen. Als de windmolens in de nacht in een stillere modus worden gezet, voldoen de windmolens wel aan de geluidsnorm. De molens zullen hierdoor wel iets minder stroom opwekken.
Overlast
Als de molens voldoen aan wettelijke normen, betekent dit nog niet dat mensen geen overlast zullen ervaren. Ieder mens ervaart geluid immers anders. Bovendien gaat de norm uit van gemiddelden en niet van het maximale geluidsniveau dat op bepaalde momenten wordt bereikt (afhankelijk van windkracht, windrichting, geluid snelweg et cetera). In een onderzoek van TNO (bron: TNO, Hinder door geluid van windturbines, 2008) wordt gesteld dat met de huidige Nederlandse normen voor geluid, ca. 9% van de bevolking ernstige hinder ondervindt. Dit percentage is een indicatie, lokale en persoonsgebonden factoren spelen hierbij een rol waardoor de situatie per locatie kan verschillen.
Laagfrequent geluid
Naast het suizende geluid van de wieken produceren de molens ook een lage bromtoon, het zogeheten ‘laagfrequent geluid’ (geluid tot 100 Hz). Het is een geluid dat niet altijd door de oren wordt waargenomen, maar er wel is. Voor laagfrequent geluid geeft de wet geen normen en helaas is er ook nog geen bruikbaar onderzoek beschikbaar over de mogelijke gezondheidsklachten dat een laagfrequent geluid kan veroorzaken. Mensen maken zich er echter wel zorgen over. Op de website van RIVM staat een GGD-richtlijn over laagfrequent geluid. Deze richtlijn is van 2002 en wordt momenteel herzien. In opdracht van de GGD-en heeft het RIVM onderzoek gedaan naar de invloed op gezondheid en beleving van omwonenden van windturbines. Hierin komt naar voren dat windturbines weliswaar laagfrequent geluid produceren, maar dat er geen bewijs is dat dit een factor van belang is. Er is geen aparte beoordeling nodig bovenop de bescherming die de huidige norm biedt. Ook onderzoek van AgentschapNL wijst uit dat er geen aanwijzingen zijn dat het aandeel laagfrequent geluid een bijzondere dan wel belangrijke rol speelt
Wat weten we wel en wat (nog) niet?
Objectieve informatie over het geluid van windmolens kunt u vinden op volgende websites:
Informatieblad van RIVM voor GGD: Windturbines: invloed op de beleving en gezondheid van omwonenden (GGD Informatieblad medische milieukunde Update 2013)
Kennisbericht RIVM geluid van windturbines
GGD-Richtlijn Laagfrequent geluid (van 2002, wordt momenteel hierzien), te downloaden op:
Deze vraag kun je op verschillende manieren beantwoorden. Hieronder kijken we naar de verschillende mogelijkheden en geven we voor- en tegenargumenten.
Plaats de molens ergens anders in Apeldoorn
Het is de vraag of er in Apeldoorn andere geschikte locaties zijn. Een onderzoekscommissie van de gemeenteraad doet daar nu onderzoek naar. Wij gaan er voor het beantwoorden van deze vraag even vanuit dat er wel andere geschikte locaties zijn binnen de gemeente Apeldoorn.
Tegen: Gemeente Apeldoorn heeft in haar Uitvoeringsagenda Energietransitie de volgende ambitie geformuleerd: In 2030 koersen we op het percentage energieneutraliteit van circa 28% en over drie decennia vrijwel energieneutraal.
Om dit te bereiken, moet er op allerlei terreinen veel gebeuren. Denk bijvoorbeeld aan woningbouw, mobiliteit, industrie en landbouw. In het kader van het opwekken van duurzame energie zegt de Uitvoeringsagenda: Van de duurzame energiebronnen heeft zonne-energie het grootste aandeel. Daarnaast staan we voor een grote opgave wat betreft windenergie. Vooral op lange termijn is windenergie noodzakelijk om de doelstelling te halen. De Apeldoornse ambitie vraagt circa 250 hectare zonnepanelen, 20 windturbines van 3MW en 3.700 hectare houtige biomassa of equivalenten daarvan in 2030 om op koers te blijven.
Samengevat komt het erop neer dat we alle beschikbare plekken, dus ook de Beekbergsebroek nodig hebben voor het opwekken van voldoende duurzame energie.
Voor: Beekbergsebroek ligt naar verhouding in een wat laag gebied. Daarom zal de productie hier misschien relatief iets lager zijn dan op andere plekken. Maar ook op andere locaties binnen Apeldoorn zullen de windmolens hoog moeten worden om een rendabele exploitatie te behalen.
Plaats de molens ergens anders in Gelderland/Nederland
Tegen: De provincie Gelderland heeft met het Rijk afgesproken dat er in 2020 voor 230,5 MegaWatt (MW) aan windenergie beschikbaar moet zijn. Eind 2015 was hiervan 26% (59 MW) gerealiseerd. Er moet dus nog heel veel gebeuren. De molens in Beekbergsebroek hebben elk 3 MW aan vermogen. Weliswaar een beperkte bijdrage maar met 3 x 3 = 9 MW wel een toename van 15% van wat er nu staat. Net als Gelderland hebben ook alle andere provincies afspraken met het Rijk. Het doorschuiven van de ‘verplichtingen’ helpt dus niet.
Voor: Er zijn plaatsen waar het harder waait. De molens die daar geplaatst worden, leveren meer energie op.
Plaats de windmolens op zee
Tegen: Het is relatief duur om windmolens op zee te plaatsen, doordat elektriciteitstaanvoer over een langere afstand gaat en onderhoud complexer is dan op land. De aanleg van windparken op zee is door technologische ontwikkelingen wel goedkoper geworden. Windenergie op land en windenergie op zee zijn beide hard nodig om de duurzame energiedoelen (16% in 20123) te halen (Bron: www.windenergie.nl). Het is dus niet de vraag of we het een of het ander moeten doen. Beide moet gebeuren.
Voor: Op zee is meer ruimte en het waait er harder, waardoor de molens meer opbrengen. Bovendien zijn de kosten afgelopen jaren hard gedaald.
Kunnen de windmolens vervangen worden door zonnepanelen?
Tegen: Wil je voor 2.000 huishoudens (1 windturbine) elektriciteit opwekken met zonne-energie dan heb je een (dak)oppervlak nodig van 50.000m2. Dit komt overeen met het oppervlak van 8 voetbalvelden (of 50 varkensstallen).
Bron: RVO
Om de energiedoelstellingen te halen, hebben we overigens zowel wind- als zonneenergie nodig.
Een moderne windmolen heeft een vermogen van ongeveer 3 MW en levert per jaar ongeveer 7 miljoen KWh. Eén molen levert stroom voor 2000 huishoudens. De drie molens leveren samen dus stroom voor 6.000 huishoudens = 10% van de Apeldoornse huishoudens.
deA gaat uit van windmolens met een minimale ashoogte 116 meter en een rotordiameter van 117 meter (wieken van 58,5 meter). De totale minimale hoogte komt daarmee op 174,5 meter. De maximale ashoogte bedraagt 134 meter en een rotordiameter van 130 meter (wieken van 65 meter). Daarmee komt de totale hoogte op 199 meter. We zijn hierbij uitgegaan van de huidige (markt)omstandigheden.
Op dit moment komt ongeveer 90% van onze elektriciteit uit fossiele energiebronnen, zoals aardgas, olie en steenkool. Het gebruik van deze energiebronnen heeft nadelige effecten op het leefmilieu. Denk aan de opwarming van de aarde door een toename van het broeikasgas CO2 in de lucht. Een ander nadeel is dat aardolie en gas voor een groot deel uit politiek instabiele regio’s komen of lokaal tot ongewenste effecten leiden zoals de aardbevingen in Groningen. En belangrijk: fossiele energiebronnen raken op.
In het VN-klimaatakkoord van Parijs (2015), waar 195 landen zich aan hebben verbonden, waaronder Nederland, staat dat we de temperatuurstijging onder de 2 °C moeten houden om gevaarlijke opwarming van de aarde tegen te gaan. Het streven is om die stijging tot 2°C à 1,5 °C te beperken. Dat kan alleen als we veel meer schone energie opwekken.
Europese afspraken duurzame energie
De landen van de Europese Unie hebben met elkaar afgesproken dat in 2020 20% van alle energie uit duurzame energie bestaat. Dat is energie waarover de mensheid onbeperkt kan beschikken en die niet schadelijk is voor het milieu en voor onze toekomstige generaties. Windenergie is een voorbeeld van schone energie, net als zonne-energie en aardwarmte.
Afspraken duurzame energie Nederland
Voor Nederland geldt dat minstens 14% van alle energie duurzaam moet zijn in 2020. Dat is afgesproken in het Nationaal Energieakkoord, waarin ook afspraken over windenergie zijn gemaakt. Met alle provincies is afgesproken dat in 2020 Nederland 6000 MW aan windvermogen op land heeft gerealiseerd. En in 2023 nog eens ruim 4500 MW uit windmolens op zee. Samen is dat genoeg om ongeveer 7 miljoen huishoudens van schone stroom te voorzien.
Bron: www.windenergie.nl
Afspraken duurzame energie provincie Gelderland
De provincie Gelderland heeft de ambitie uitgesproken om in 2050 energieneutraal te zijn. Voor wat betreft windmolens is gesteld dat in 2020 230,5 MW aan windenergie moet zijn gerealiseerd (Bron: www.geldersenergieakkoord.nl) Om dit te halen moeten er nog tientallen windmolens in Gelderland geplaatst worden.
Afspraken duurzame energie gemeente Apeldoorn
Gemeente Apeldoorn heeft in haar Uitvoeringsagenda Energietransitie de volgende ambitie geformuleerd: In 2030 koersen we op het percentage energieneutraliteit van circa 28% en over drie decennia vrijwel energieneutraal.
Om dit te bereiken, moet er op allerlei terreinen veel gebeuren. Denk bijvoorbeeld aan woningbouw, mobiliteit, industrie en landbouw. In het kader van het opwekken van duurzame energie zegt de Uitvoeringsagenda: Van de duurzame energiebronnen heeft zonne-energie het grootste aandeel. Daarnaast staan we voor een grote opgave wat betreft windenergie. Vooral op lange termijn is windenergie noodzakelijk om de doelstelling te halen. De Apeldoornse ambitie vraagt circa 250 hectare zonnepanelen, 20 windturbines van 3MW en 3.700 hectare houtige biomassa of equivalenten daarvan in 2030 om op koers te blijven.
deA vindt het belangrijk dat we het gebruik van fossiele brandstoffen achter ons laten en we overgaan op schone energie. Om dat te realiseren moet er meer duurzame energie opgewekt worden. En omdat windmolens veel energie opwekken, willen de initiatiefnemers dat graag. Ter vergelijking: 1 windmolen levert net zoveel als 12 voetbalvelden vol met zonnepanelen.
U kunt contact opnemen met deA via info@de-A.nl of 055 368 3366. U kunt ook contact opnemen met de gemeente Apeldoorn.
Mensen die een windmolen in hun omgeving krijgen, zijn soms bang dat de windmolens schadelijk zijn voor hun gezondheid. Er zijn geen wetenschappelijk onderbouwde feiten die gezondheidsschade door windmolens aantonen.
Straling
Er bestaan geen serieuze aanwijzingen dat windturbines straling afgeven. Daarom is er nooit reden geweest om dit te onderzoeken. Het wetenschappelijke standpunt is dan ook dat windturbines geen elektromagnetische straling uitzenden. Wel is er veel (internationaal) onderzoek gedaan naar de elektromagnetische straling van onder andere elektriciteitscentrales en hoogspanningsleidingen. Hierbij is nooit aangetoond dat de elektromagnetische straling effect heeft op de gezondheid.
Geluid
Sommige mensen menen dat het geluid dat windmolens maken effect kan hebben op de gezondheid. Het gaat dan om migraine, verstoring van de slaap en verstoring van het evenwichtsorgaan. Het RIVM heeft voorlopig geconcludeerd dat verstoring van de slaap door het geluid van windmolens kan optreden bij geluid met een sterkte van 45 dB(A) of hoger. Verder onderzoek hiernaar is nodig. Bij de meeste windmolens is in de vergunning opgenomen dat deze ’s nachts minder dan 45dB(A) aan geluid mogen produceren.
Ook andere van geluid bekende effecten op de gezondheid (verhoogde bloeddruk, ischemische hartziekten, gehoorverlies) zijn bij windturbines niet te verwachten. In de vergunning is doorgaans een maximum geluidsniveau opgenomen waarbij deze klachten niet zullen optreden.
Bron: RVO
De kostprijs van windenergie op land is ongeveer 7 eurocent per kWh. De marktprijs (zonder belastingen) voor elektriciteit ligt rond de 4-5 cent per kWh. De Rijksoverheid stimuleert bedrijven via de subsidieregeling SDE+ om te investeren in windenergie. Dit wordt gedaan door het verschil tussen de duurzame elektriciteitsprijs en de marktprijs te compenseren. Dit wordt de onrendabele top genoemd. Producenten van windstroom ontvangen 2 tot 3 cent subsidie per kWh elektriciteit die is geproduceerd gedurende een van tevoren vastgestelde periode van 15 jaar. (Bron: www.natuurenmilieu.nl). De hoogte van de SDE+ subsidie wordt onder andere bepaald door de locatie van het project. Gebieden met veel wind ontvangen een lager bedrag dan gebieden waar het minder hard waait. Windmolenexploitanten ontvangen dus geen subsidie voor de bouw van de molen. Zij ontvangen subsidie per opgewekte kWh elektriciteit.
In 2016 deed De Correspondent onderzoek en schreef daarover de factcheck ‘Windmolens draaien op subsidie’. Zie: Factcheck De Correspondent In de factcheck gaat De Correspondent in op de subsidie, de maatschappelijke kosten en hoe zich dit verhoudt tot de kosten die de overheid maakt voor fossiele stroomproductie. De conclusie in de factcheck is:
Het antwoord op de vraag ‘draaien windmolens op subsidie?’ is nog steeds ‘ja.’ Zonder subsidie is het bouwen van windmolens voor marktpartijen momenteel nog niet echt interessant.
Zijn de kosten voor ‘de belastingbetaler’ dan ook hoger bij windmolens dan bij fossiele stroom? Nee, dat meestal niet. In ieder geval niet wanneer we windmolens op land vergelijken met kolencentrales.
Als belastingbetaler betaal je, naast je bijdrage aan de subsidieregeling voor groene stroom, veel geld voor de stroomproductie van onze fossiele centrales. Uitgaande van de resultaten van dit onderzoek zou het gaan om zo’n 295 euro per persoon per jaar. Het enige verschil met groene stroom is: je ziet het niet direct terug. Jouw bijdrage aan de productie van een kolencentrale is minder zichtbaar dan je bijdrage aan de subsidie op windmolens, maar nog steeds gewoon aanwezig. Het venijn zit ‘m in de kosten die je niet ziet, maar er wel zijn.
Als er een windmolen in de buurt komt, maken omwonenden zich zorgen over de waarde van de woning. Wat is daarover bekend en waar kun je als omwonende aanspraak op maken? We kijken hiervoor naar woningwaarde, WOZ-waarde en planschade.
Woningwaarde
In april 2016 berichtten onderzoekers van het Tinbergen Instituut hierover het volgende: De waardedaling rond windmolens bedraagt gemiddeld 1,2 tot 2,3 procent. Dit blijkt uit een analyse van 2,2 miljoen Nederlandse huizentransacties tussen 1985 en 2012. Bij de hoogste nieuwe windmolens loopt het verlies op tot 5 procent.
WOZ-waarde
Als gevolg hiervan kunnen omwonenden bij de gemeente een verzoek indienen tot verlaging van de WOZ-waarde, waardoor de gemeentelijke belastingen dalen. Voor mensen die blijven wonen, is dit prettig. Voor wie zijn woning wil verkopen, niet. De WOZ-waarde is namelijk een indicatie van de verkoopwaarde. De gemeente stelt de WOZ-waarde vast. Voor het vaststellen gelden juridische regels.
Van daadwerkelijke aanpassing van de WOZ-waarde in de nabijheid van windturbines zijn weinig gevallen bekend: er zijn 19 gerechtelijke uitspraken gedaan in de periode van 2003 tot 2012. In 12 van deze gevallen vond een prijsaanpassing plaats. Er is echter geen sprake van een onderbouwing. De rechter vond het aannemelijk dat er sprake kon zijn van waardedaling. Slechts op één locatie is naar verkoopcijfers van woningen gekeken. Hier bleek geen aantoonbaar effect te zijn van de windturbines op de waarde van de woning in vergelijking met de waarde bij transacties van andere woningen in de regio. De WOZ-waarde is daar niet bijgesteld. Bron: RVO
Planschade
Planschade kan ontstaan door wijziging van een bestemmingsplan voor bijvoorbeeld het aanleggen van een snelweg of het bouwen van woningen. Ook bij het realiseren van windmolens kan dit het geval zijn. Daarom wordt er een planschade-analyse uitgevoerd, voordat de molens gebouwd worden. Hieruit blijkt dan of en zo ja, hoe hoog de planschade is. Vaak wordt geregeld dat de initiatiefnemer verantwoordelijk is voor de planschade. In het geval van de windmolens in Beekbergsebroek zijn dat De Wolff Nederland Windenergie en deA. Voor het vaststellen van planschade en WOZ-waarde gelden juridische regels die zijn vastgelegd in de Wet Ruimtelijke Ordening (Wro). De juridische regels voor woningeigenaren die schade ondervinden door bouwactiviteiten staan in de planschaderegeling.
Je kunt natuurlijk de directeur benaderen van je school. Je kunt ook altijd bij deA terecht met je vragen.
Ja, de zonnepanelen zijn verzekerd tegen o.a. diefstal, vandalisme, brand en stormschade.
Door een certificaat te kopen, krijg je 3% rente op het bedrag dat je inlegt. Dat is meer rente dan bij een spaarrekening op de bank. Je legt 50 euro in en krijgt na 6 jaar 60 euro terug.
Als u als ouder een zoncertificaat van 50 euro koopt, legt de provincie een bedrag van 40 euro bij. Dus elke 50 euro die u inlegt, levert 90 euro op. We hebben de subsidie nodig om de panelen te kunnen financieren en te zorgen dat het betaalbaar is voor de school.
deA heeft met het project Zon op School inmiddels 16 scholen in Apeldoorn van zonnepanelen voorzien. De leerlingen op deze scholen hebben nu regelmatig les over schone energie en zien op de website hoeveel elektriciteit ‘hun’ panelen produceren.
De leerlingen krijgen les over zonne-energie. Daarvoor is een speciaal lespakket gemaakt voor de scholen. De leerlingen kunnen ook op een website zien hoeveel elektriciteit wordt opgewekt.
De school krijgt zonnepanelen en wekt daarmee groene elektriciteit op. En de school krijgt ondersteuning bij het lespakket over zonne-energie.
Zon op School is een project van deA in samenwerking met de scholen van Leerplein055, PCBO Apeldoorn, Aventurijn en Jacobus Fruytier Scholengemeenschap. Doel van het project is om leerlingen bewust te maken van het gebruik van groene energie, schoolgebouwen duurzamer te maken en de energierekening omlaag te brengen. Het plaatsen van zonnepanelen en een lespakket maken deel uit van het project. Het project wordt financieel tevens ondersteund door de provincie Gelderland.
Nee, je hoeft de zonnepanelen niet schoon te maken.
Een regenbui af en toe zorgt ervoor dat de zonnepanelen schoon blijven.
Als je de huur van de woning opzegt, kun je gelijk de gebruikersovereenkomst voor de zonnepaneleninstallatie opzeggen.
De gebruikersovereenkomst wordt afgesloten voor zolang je de woning huurt.
De woningcorporaties staan niet toe dat huurders van corporatiewoningen zelf zonnepanelen aanbrengen. De belangrijkste reden daarvoor is dat de montage vakkundig plaats moet vinden. Verder vinden de woningcorporaties het belangrijk dat het geen “rommeltje” op het dak wordt.
Je kunt gewoon bij jouw huidige energielevering energie blijven afnemen. Je moet wel aan je energieleverancier doorgeven dat je met zonnepanelen zelf stroom opwekt. Je kunt dan gelijk het bedrag van de maandelijkse voorschotnota laten verlagen.
Je kunt natuurlijk ook altijd overstappen naar deA (in samenwerking met Greenchoice) voor de levering van duurzame energie. Voordeel is dat je dan ook direct de vergoeding voor het gebruik van de zonnepanelen-installatie via je energierekening kunt verrekenen. Wel zo makkelijk!
Voor niets gaat de zon op!
Voor het gebruik van de zonnepanelen-installatie betaal je een maandelijkse gebruikersvergoeding aan deA. Het bedrag dat je aan deA betaalt, is gegarandeerd lager dan de besparing op jouw energierekening. Bij een kWh-prijs van € 0,22 bedraagt jouw voordeel al minimaal €50,- per jaar.
Bij een latere dan geplande start wordt de startdatum van de SDE+ subsidie overschreden. In de SDE+ regeling is een uitloop van maximaal 1 jaar voorzien om eventueel niet geïncasseerde subsidie alsnog te gelde te maken. Een eventuele vertraging kan aldus worden opgevangen. Met de installateur van de zonnepaneleninstallatie zijn afspraken gemaakt dat het risico van verwijtbare vertraging bij de installateur ligt.
De ZonDelen zijn overdraagbaar, mits deA hiervan tijdig in kennis wordt gesteld. Bij overlijden kunnen ZonDelen op naam worden gezet van iemand anders.
Wanneer je als particulier een of meer ZonDelen aanschaft, dient je dit als vermogen op te geven in box 3 als zijnde een obligatie
Om te beginnen is deA een energiecoöperatie, waarbij de leden uiteindelijk het beleid bepalen. Dit zorgt er mede voor dat deA op financieel gebied zeer zorgvuldig opereert en geen onnodige risico’s zal nemen. Dat staan de 350 leden, die gezamenlijk eigenaar zijn, gewoon niet toe. Eén van de kernwaarden van deA is niet voor niets continuïteit.
De jaarverslagen van deA zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel en zijn openbaar, ook voor niet-leden. Desgewenst kan het jaarverslag over 2015 toegestuurd worden. De jaarverslagen zijn voorzien van een accountantsverklaring.
Het financiële beeld ziet er in grote lijnen als volgt uit:
Daarnaast is de businesscase Zonnepark Ecofactorij een zeer gezonde businesscase met tal van zekerheden, waardoor de afspraken rond ZonDelen waargemaakt kunnen worden.
Mocht deA desalniettemin toch failliet gaan, dan is de kans groot dat de deelnemers van Zonnepark Ecofactorij de uitkering over de nog resterende jaren mislopen. Doordat de ZonDelen een jaarlijkse uitkering kennen, neemt het financiële risico dat de deelnemers hierdoor lopen overigens wel elk jaar af.
Het Zonnepark Ecofactorij kent de volgende inkomsten:
Deelnemers leggen geld in door een of meer ZonDelen te kopen. Met dat geld wordt de zonnepaneleninstallatie betaald. De deelnemer krijgt gedurende 15 jaar jaarlijks een uitkering bestaande uit een vast bedrag aan aflossing en een variabele rentebonus.
Jaarlijks ontvangt de deelnemer een uitkering per ZonDeel
De jaarlijkse uitkering bestaat uit een vast bedrag aan aflossing plus een variabele rentebonus.
Het jaarlijkse bedrag aan aflossing gedraagt 1/15 van het Zondeel. De hoogte van de rentebonus hangt mede af van de hoeveelheid opgewekte energie. De verwachte uitkering per jaar ligt tussen de € 32 en € 30 euro, hetgeen neer komt op een verwacht rendement (conform IRR) van 4,65 procent op de inleg.
deA gaat met deelnemers een overeenkomst aan voor 15 jaar. Voor die vijftien jaar hebben we zowel een garantie voor een minimale energieopbrengst van de installateur als een garantie van een subsidie op de opgewekte stroom door de rijksoverheid. Hiermee is een groot deel van de verwachte opbrengst van het park voor vijftien jaar gegarandeerd.
Na vijftien jaar blijft het zonnepark nog vier tot vijf jaar in werking. De werking van de zonnepanelen wordt geleidelijk minder en de subsidie stopt. De opbrengst die dan nog overblijft vervalt aan deA, die deze gebruikt om Apeldoorn te verduurzamen.
Een ZonDeel kost € 335,-, waarover geen BTW betaald hoeft te worden.
Leden van deA krijgen op hun eerste ZonDeel € 50,- korting.
De zonnepanelen die op Zonnepark Ecofactorij komen, zijn geselecteerd op hun goede kwaliteit. Ze hebben elk het vermogen van 275 Wp. Het zonnedak wordt geïnstalleerd en onderhouden door Mulder Duurzaam bv een gerenommeerd bedrijf in Apeldoorn.
Meer informatie over de zonnepanelen
De stroom die wordt opgewekt met het Zonnepark Ecofactorij wordt afgenomen door de bedrijven op de Ecofactorij. In eerste instantie door Oosterberg bv waar de panelen op het dak liggen. Wat er dan nog overblijft, gaat naar het elektriciteitsnetwerk van bedrijventerrein Ecofactorij.
Energiebedrijf deA wordt de eigenaar van de zonnepaneleninstallatie. Mensen die een ZonDeel kopen, investeren in duurzame, lokale energie en krijgen een jaarlijkse uitkering gedurende de looptijd van 15 jaar.
Zonnepark Ecofactorij wordt minimaal 1000 en maximaal 2100 zonnepanelen groot.
De zonnepaneleninstallatie zal geplaatst worden op het dak van het warehouse van Henk van de Scheur, IJsseldijk 8 in Apeldoorn
We moeten af van fossiele energie en over naar duurzame energie. Dat is belangrijk voor het klimaat en voor de mensen na ons. Energie besparen, zonnepanelen op daken, vanaf de oprichting van deA hebben we ons daar hard voor ingezet. Ook voor grootschalige opwek rond Apeldoorn zetten we ons in. Wat doet deA momenteel met zonneparken? En wat niet?
Met energie besparen en zon op de daken komen we er niet: daarom hebben ook energie nodig van windmolens en zonnepanelen op land. Landelijk, provinciaal en in Apeldoorn is daarover veel discussie. Minder windmolens betekent meer zonneweides, maar waar moeten die weides komen? Meer windmolens betekent minder zonneweides, maar waar zetten we de molens? Vergelijk het met nieuwe woonwijken: de mensen die er komen te wonen zijn blij, de directe omwonenden minder. Ook voor de nieuwe energievoorziening moet ruimte worden ingepland, het is aan de gemeente en de provincie om dat op een goede manier in te plannen.
Wind en zon
In Apeldoorn staan er op korte termijn geen windmolens op stapel. Wel diverse zonneparken. In de afgelopen tijd heeft de gemeente zich gebogen over de vraag waar de zonneparken moeten komen en waar niet. Hoe die afwegingen worden gemaakt en welke initiatieven er zijn vind je hier.
Gemeente Apeldoorn heeft onder andere in het beleid staan dat bewoners de kans moeten krijgen om te participeren in de zonneparken. Het park is dan bijvoorbeeld 50 procent eigendom van een ontwikkelaar en 50 procent is lokaal eigendom. Dat is uiteraard een mooie kans voor bewoners.
Natuurinclusief
Als energiecoöperatie zetten we ons in om die participatie ook mogelijk te maken. Als iemand een concreet plan heeft voor een zonnepark, gaan we daarom met de intiatiatiefnemer in gesprek. Óf we in een zonnepark stappen, heeft met een aantal dingen te maken: kan het financieel uit? is er actieve bewonersparticipatie vanaf het begin van het ontwerp? is 50% mede-eigenaarschap mogelijk? wordt het zonnepark landschappelijk en ecologisch goed ingepast? Deze criteria komen tot stand in overleg met onze leden.
Denk en praat mee
Het is belangrijk dat er meer duurzame opwek in Apeldoorn komt. Als coöperatie kunnen we een krachtige partij zijn, die de stem van duurzaam Apeldoorn vertolkt én die meedoen door bewoners mogelijk maakt. Ben je al lid? Kom dan naar de ledenvergadering en denk en praat mee. Ben je nog geen lid en zou je willen meedenken en meedoen? Meld je aan.
De aarde warmt op. Dat probleem willen we natuurlijk niet parkeren bij de generaties na ons, maar zelf onze verantwoordelijkheid pakken. Stoppen met fossiele energie is daarin een belangrijke sleutel. Zijn zonnedaken dé oplossing?
Doen we alleen daken?
Helaas: we gebruiken zoveel energie dat we bij lange na niet genoeg opwekken met alleen panelen op het dak. Panelen op daken kunnen maar een klein gedeelte van onze vraag voldoen. Ze zijn maar een deel van de oplossing. Daarbij komt dat het vol leggen van de daken een langzaam proces. Dat hebben we zelf ervaren in de afgelopen jaren, maar het blijkt ook elders in het land.
Niet alle daken zijn geschikt
Daken moeten goed op de zon gericht zijn (liefst op het zuiden, maar zeker niet op het noorden), niet of zeer beperkt in de schaduw liggen, sterk genoeg om de last van de zonnepaneleninstallatie te kunnen dragen, en een aansluiting hebben die voldoende groot is om alle opwerkte energie aan het net te kunnen aanbieden.
Wij vinden het belangrijk dat we in Nederland vol gaan voor zon op alle geschikte daken. Dat overheden, burgers en bedrijven zich hiervoor inzetten. Maar dat is niet genoeg om aan onze energievraag te voldoen. Parallel gaan we daarom ook door: met energie besparen én met grootschalige opwek door zonneparken.
De achtergronden: hoeveel gaan we opwekken?
In 2030 moet 70% van alle elektriciteit en minimaal 27% van alle energie (elektriciteit, gas en warmte) duurzaam opgewekt zijn. Dat hebben de lidstaten van de Europese Unie met elkaar afgesproken. Deze opgave wordt nu door de Nederlandse overheid en via de Regionale Energie Strategie vertaald in opgaven voor de 30 “RES-regio’s” in Nederland. Apeldoorn ligt in de zogenaamde Cleantechregio: de IJsselvallei, de oostrand van de Veluwe en het gebied in Gelderland tot aan Lochem.
In 2050 moet ons gebruik van fossiele brandstoffen tot nul gereduceerd zijn.
Dat is een enorme opgave. Om deze doelstelling te halen moet er gewerkt worden aan innovaties op allerlei gebied (o.a. technisch, systeemkoppelingen, financieel), en zal moeten er een betere afstemming komen met de andere landen in Europa. Als we de netwerken koppelen, kunnen we produceren waar het op dat moment het meeste loont. Voor ons ligt een enorme opgave, waarvan we niet precies weten hoever we zullen komen. Maar duidelijk is wel dat we veel meer zonne-energie moeten opwekken en niet alleen op daken. Zonneweides en -parken zijn nodig
De uitkering aan deelnemers is vast afgesproken en wordt niet beïnvloed door de energieprijzen.
Voor Zonnepark Klarenbeek wordt gerekend met een totale opbrengst voor de stroom van 9,3 ct/kWh. Dit bedrag bestaat uit de verkregen stroomprijs + de aanvulling vanuit de SDE subsidie tot het maximale bedrag van 9,3 ct/kWh. De inkomsten van 9,3 ct/kWh zijn daarmee voor 15 jaar vrijwel geheel zeker.
Wanneer de kale stroomprijs boven deze 9,3 ct/kWh uitstijgt, nemen de inkomsten van de zonneparken toe tov de prognose.
Deze extra inkomsten komen op een afgeschermde rekening te staan waar alleen de bank bij kan. Na 15 jaar is lening bij de bank afbetaald en komen de gelden op deze rekening vrij. Ze worden dan verdeeld over de aandeelhouders. Prowind ontvangt 50% en de coöperaties ERV en deA beiden 25%.
De gelden die deA na 15 jaar ontvangt, zetten we in voor activiteiten ten behoeve van de verdere (versnelde) verduurzaming van Apeldoorn. Over de invulling hiervan gaan we tzt met onze leden en deelnemers in gesprek.
Bij de Zonnepark Ecofactorij bestaat de uitkering aan deelnemers uit een vast bedrag aflossing en een rentebonus. De rentebonus bestaat uit 80% van het bedrijfsresultaat (na afschrijvingen en voor rente en belasting), dat naar rato van het aantal Zondelen over de deelnemers wordt verdeeld.
Mocht de gemiddelde kale stroomprijs over het jaar boven 14,7 ct/kwh uitstijgen dan zal er sprake zijn van verhoogde inkomsten. Deze worden dan via de 80/20 verdeling verdeeld over de deelnemers en deA.
Een ZonDeel voor Zonnepark Brinkenweg kost 250 euro en heeft een looptijd van ruim 15 jaar (april 2022 – december 2037). Jaarlijks ontvang je een vijftiende deel terug, 16,67 euro per ZonDeel, en 3,5 procent rente op resterende waarde van je ZonDeel. De verwachte uitkering over de hele termijn bedraagt 320 euro per ZonDeel. De eerste uitkering is in het voorjaar van 2023. Hoeveel het zonnepark opwekt, kun je online zien. Ook krijg je jaarlijks een overzicht van de opgewekte energie.
PV staat voor photovoltaic. En dat is een andere naam voor een zonnepaneel.
We hebben het dus over een zonnestroom installatie.
Zonneparken veranderen het aanzien van het landschap. Voor omwonenden kan de verandering van uitzicht groot zijn.
Zonneparken worden in open gebieden (weilanden, landbouwgronden) gebouwd, en daarmee wordt het karakter van het gebied veranderd. Naast een passende inrichting van het park zelf (om de natuur zo veel mogelijk te beschermen) moet een park ook passen in het omringende landschap en de directe omgeving. Gebruikelijk en tegenwoordig ook dwingend voorgeschreven is dat de installatie omzoomd wordt door een groene strook met bomen, heesters, struiken en ander groen.
Niettegenstaande dat de omzoming er fraai uit kan zien neemt het niet weg dat voor direct omwonenden het vrije uitzicht geheel of deels verdwijnt.
Het is daarom essentieel dat in de ontwerpfase van een zonnepark betrokkenen kunnen meepraten en invloed kunnen uitoefenen om het zonnepark aan te passen aan hun wensen. Bij het nadenken over het eerste ontwerp is het van belang dat de ruimte voor aanpassingen er ook is.
Met alleen zonnepanelen op daken wekken we niet genoeg energie op. Daarom hebben we behalve zonnedaken ook zonnepanelen op andere plekken en andere vormen van energieopwek.
Om te komen tot een productie van duurzame opwek die aan de vraag naar energie kan voldoen is veel meer nodig dan wat panelen op het dak opbrengen. Andere vormen zoals windenergie (op zee maar ook op land) en grondgebonden zon zijn hard nodig, naast energiebesparing om het plaatje rond te krijgen.
Particulieren, deA en andere organisaties zijn al jaren actief om grote daken in Apeldoorn vol te leggen met zonnepanelen. Dat is echter een proces van zeer lange adem. Eigenaren moeten bereid zijn, het dak moet sterk genoeg zijn en voldoende in de zon liggen, de aansluiting moet erop berekend zijn en zo zijn er nog wel meer obstakels te noemen die ervoor zorgen dat de ambitie om alle daken vol panelen te leggen maar langzaam gerealiseerd wordt. Van alle daken in Apeldoorn is nog maar een klein gedeelte van zonnepanelen voorzien.
Overeenkomsten worden over het algemeen aangegaan voor een periode van 25 jaar. Na die tijd krijgt het terrein haar oude bestemming/gebruik terug.
Voor eventuele verlenging dan wel vernieuwing van het zonnepark zal dan opnieuw een procedure moeten worden doorlopen, aan de hand van het dan geldende beleid van de gemeente.
Bron: gemeente Apeldoorn
Een zonnepark of ook wel: zonneweide is een stuk grond met daarop zonnepanelen die energie opwekken. Groottes variëren van 1 tot meer dan 100 hectare. De zonnepanelen worden geplaatst op een ‘tafel’ (stellage) en worden, voor de hoogste zonopbrengst, vaak op het zuiden georiënteerd. Er zijn ook oost-west opstellingen waarbij meer gericht wordt op de ochtend- en avondzon. De zonnepanelen leveren stroom die via een omvormer en transformator wordt afgegeven aan het elektriciteitsnet. De energieleverancier levert deze groene stroom vervolgens aan particulieren en bedrijven.
Bron: gemeente Apeldoorn
Bij de Zonnepark Ecofactorij bestaat de uitkering aan deelnemers uit een vast bedrag aflossing en een rentebonus. De rentebonus bestaat uit 80% van het bedrijfsresultaat (na afschrijvingen en voor rente en belasting), dat naar rato van het aantal Zondelen over de deelnemers wordt verdeeld.
Mocht de gemiddelde kale stroomprijs over het jaar boven 14,7 ct/kwh uitstijgen dan zal er sprake zijn van verhoogde inkomsten. Deze worden dan via de 80/20 verdeling verdeeld over de deelnemers en deA.
De uitkering aan deelnemers is vast afgesproken en wordt niet beïnvloed door de energieprijzen.
Voor Zonnepark Klarenbeek wordt gerekend met een totale opbrengst voor de stroom van 9,3 ct/kWh. Dit bedrag bestaat uit de verkregen stroomprijs + de aanvulling vanuit de SDE subsidie tot het maximale bedrag van 9,3 ct/kWh. De inkomsten van 9,3 ct/kWh zijn daarmee voor 15 jaar vrijwel geheel zeker.
Wanneer de kale stroomprijs boven deze 9,3 ct/kWh uitstijgt, nemen de inkomsten van de zonneparken toe tov de prognose.
Deze extra inkomsten komen op een afgeschermde rekening te staan waar alleen de bank bij kan. Na 15 jaar is lening bij de bank afbetaald en komen de gelden op deze rekening vrij. Ze worden dan verdeeld over de aandeelhouders. Prowind ontvangt 50% en de coöperaties ERV en deA beiden 25%.
De gelden die deA na 15 jaar ontvangt, zetten we in voor activiteiten ten behoeve van de verdere (versnelde) verduurzaming van Apeldoorn. Over de invulling hiervan gaan we tzt met onze leden en deelnemers in gesprek.
Een ZonDeel voor Zonnepark Brinkenweg kost 250 euro en heeft een looptijd van ruim 15 jaar (april 2022 – december 2037). Jaarlijks ontvang je een vijftiende deel terug, 16,67 euro per ZonDeel, en 3,5 procent rente op resterende waarde van je ZonDeel. De verwachte uitkering over de hele termijn bedraagt 320 euro per ZonDeel. De eerste uitkering is in het voorjaar van 2023. Hoeveel het zonnepark opwekt, kun je online zien. Ook krijg je jaarlijks een overzicht van de opgewekte energie.