Warmtepompen in de Parken: dit zijn de regels

Warmtepompen worden steeds aantrekkelijker


ze zijn efficiënt en ook nog eens stiller dan ooit

Warmtepompen in de Parken: dit zijn de regels

Voor het plaatsen van een (hybride) warmtepomp in De Parken gelden regels. Dat zit hem vooral in de plaatsing ervan, De Parken is immers een rijksbeschermd stadsgezicht. Zo is een vergunning vereist als de warmtepomp in het zicht wordt geplaatst. Maar het is ook goed om te weten dat er vergunningsvrije mogelijkheden zijn.
Warmtepompen worden steeds aantrekkelijker: ze zijn efficiënt en door voortschrijdende technologie functioneren ze ook nog eens stiller dan ooit. Iedereen die meer wil weten over de mogelijkheid van een (hybride) warmtepomp kan contact opnemen met de energieregisseur of met de eigen installateur. En voor wie direct in de details wil duiken: we hebben de regels van de gemeente Apeldoorn met betrekking tot de plaatsing van een (hybride) warmtepomp op een rij gezet. Klaar voor wat pittige kost?

Uitvoeringsvarianten warmtepompen

Warmtepompen hebben een buitenunit en een binnenunit. De buitenunit speelt meestal de belangrijkste rol speelt bij het wel of niet vergunningplichtig zijn van de plaatsing. Afhankelijk van de plaatsing (op de grond, aan de gevel of op een plat dak) geldt er wel of geen vergunningplicht.
Vergunningvrije mogelijkheden plaatsing warmtepompen De Parken
In De Parken, en rijksbeschermd stadsgezicht met veel monumenten geldt al snel een vergunningsplicht voor álle bouwwerken, dus ook voor warmtepompen. De exacte plaatsing is daarbij doorslaggevend.

Criteria bouwen binnen rijksbeschermd stadsgezicht

Binnen het rijksbeschermde stadsgezicht geldt dat er uitsluitend vergunningvrije mogelijkheden zijn als een bouwwerk (bijvoorbeeld een warmtepomp) loodrecht achter het hoofdgebouw wordt geplaatst én die zijde ook niet nog eens naar openbaar gebied is gericht zoals een straat, park of rivier/vijver. Alle bouwwerken die links of rechts buiten de contouren van de zichtlijnen van de zijgevels worden geplaatst (of waar de achterzijde grenst aan openbaar gebied) zijn automatisch vergunningplichtig.
In artikel 2, lid 21 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) staat dat de bouwhoogte maximaal 1 meter mag zijn en de oppervlakte niet meer dan 2 m2. Wordt de unit op de grond geplaatst en voldoet deze aan de maximale bouwhoogte en oppervlakte dan zou deze dus vergunningvrij uitgevoerd kunnen worden als hij loodrecht achter het hoofdgebouw wordt gebouwd.

Nog een aandachtspunt

In het geldende bestemmingsplan voor De Parken is opgenomen dat bijna alle percelen een zogeheten dubbelbestemming “waarde-beschermd stadsgezicht” hebben. Op grond daarvan geldt een ‘aanlegvergunningplicht’ als gronden worden afgegraven, geëgaliseerd, opgehoogd, verhard, e.d. Als er slechts een unit op een deel van het perceel wordt geplaatst en deze rondom niet van verharding wordt voorzien, maar dat er dus uitsluitend ter plaatse van waar de unit komt grondwerkzaamheden worden uitgevoerd, dan geldt de aanlegvergunningplicht niet. Wordt er rondom de unit meer grond geroerd of verhard dan moet er eerst een aanlegvergunning worden aangevraagd. Dit wordt ook wel een omgevingsvergunning voor de activiteit ‘werk of werkzaamheden uitvoeren’ genoemd. Daarbij wordt bekeken of de verhouding bebouwing, verharding en groen wel in evenwicht is en passend wordt geacht bij het perceel en de wijk.

En dan dit

Op sommige percelen staan bijzondere bomen. In de bestemmingsplanregels worden deze specifieke aangeduid. In de regels staat dat het niet is toegestaan om binnen een zone van 10 meter van het hart van een bijzondere boom te bouwen om de boomwortels te beschermen. Als dit toch gebeurt, geldt ook hiervoor de aanlegvergunningplicht. Bovendien moeten boomspecialisten beoordelen of het plaatsen van een buitenunit van een warmtepomp binnen de 10 meter-zone wel of niet mogelijk is.
Als een buitenunit niet aan de gevel van een gebouw wordt opgehangen of op een plat dak wordt geplaatst dan is artikel 2, lid 21 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) niet van toepassing. Dit artikel voorziet namelijk alleen maar op het bouwen van solitaire bouwwerken op de grond. Toch blijven er dan nog altijd mogelijkheden bestaan om een buitenunit vergunningvrij te plaatsen. In dat geval biedt artikel 3, lid 8 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) dan een optie. Hier staat namelijk dat als een bestaand bouwwerk wordt gewijzigd, waarbij onder andere de oppervlakte en het volume niet toenemen én er wordt voldaan aan de ter plaatse geldende bouwregels uit het bestemmingsplan een unit als vergunningvrij kan worden aangemerkt. Bij toepassing van dit artikel wordt aangesloten bij het bepaalde in artikel 1, lid 2, sub c van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) waarin staat dat ondergeschikte bouwdelen tot maximaal 50 centimeter buiten beschouwing worden gelaten.
Binnenunits die in gebouwen worden geplaatst, zijn ook binnen het rijksbeschermde stadsgezicht vergunningvrij. omdat ze niet zichtbaar vanaf de buitenzijde. Voor monumenten zijn gelden wel beperkingen.



Warmtepomp | Peter Gootjes
Foto: Peter Gootjes

Criteria bouwen bij een monument

Voor een monument liggen de criteria voor het vergunningvrij plaatsen van een warmtepompunit iets gecompliceerder dan bij percelen binnen een rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht. Belangrijk is bijvoorbeeld of het gebouw waar de unit in of aan wordt geplaatst monumentale waarde heeft, en of de tuin waarin de unit wordt geplaatst onderdeel is van de monumentale waarde.
Als het de bedoeling is een warmtepomp op een perceel te plaatsen waarbij het gebouw of de tuin van dat perceel ook nog eens een monument is dan zijn de vergunningvrije mogelijkheden beperkt. Zo is een vergunning verplicht als voor de plaatsing van een binnenunit doorbraken of gaten in muren of plafonds moeten worden gemaakt (ingrepen aan het monument). Als de binnenunit in een niet monumentaal bouwdeel wordt geplaatst, bijvoorbeeld een latere uitbouw, dan gelden hier geen beperkingen voor.

Criteria voor een rijksbeschermd stadsgezicht

Voor een buitenunit op het perceel bij een monument gelden om te beginnen de criteria voor een rijksbeschermd stadsgezicht. Daarnaast is er een vergunningplicht als de tuin waarin de unit wordt geplaatst onderdeel is van het monument. Om dit te weten te komen, net als of een gebouw of een deel van een gebouw monumentale waarden heeft, zal dan de redengevende beschrijving van het aanwijzingsbesluit tot monument geraadpleegd moeten worden. Als het de bedoeling is een buitenunit te plaatsen aan een gevel of op een plat dak bij een monument dan hangt het er dus ook vanaf of dat gebouw of dat deel van het gebouw monumentale waarden heeft. Is dit het geval dan geldt er een omgevingsvergunningplicht voor zowel de activiteit ‘bouwen’ als voor de activiteit ‘wijzigen rijks-/gemeentelijk monument’.
Om te weten te komen of (een deel van) een gebouw of de tuin bij een monument bijzondere waarden heeft kan rechtstreeks contact worden opgenomen met de afdeling Vitaal en Ondernemend Apeldoorn (team Cultuurhistorie) om hier navraag over te doen. Het team Cultuurhistorie is bereikbaar cultuurhistorie@apeldoorn.nl. Voor rijksmonumenten is het monumentenregister te raadplegen via de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Neem bij twijfel altijd rechtstreeks contact op met de gemeente Apeldoorn.

Meldings- of vergunningplicht bij de Provincie

Voor warmtepompen die water als warmtebron gebruiken, kan ook een vergunningplicht bestaan. Op grond van artikel 6.4 van de Waterwet is een vergunning benodigd van de Provincie Gelderland voor een open bodemenergiesysteem. Er is in dat geval namelijk sprake van het onttrekken van grondwater. Voor een gesloten bodemenergiesysteem waarbij geen water aan de grond wordt onttrokken geldt dat deze vergunningvrij is op grond van de Waterwet indien de warmtepomp een bodemzijdig vermogen heeft van minder dan 70 kW en niet gelegen is in een interventiegebied*. In dat geval is enkel een melding nodig bij de Provincie.
*Tegenwoordig maken mensen steeds meer gebruik van bodemenergie. Gemeenten kunnen dan besluiten om een gebied aan te wijzen waar zij veel drukte in de ondergrond verwachten. Dit zijn zogenoemde interferentiegebieden. Binnen een interferentiegebied voor systemen tot 70 kW meldt u uw systeem niet alleen bij het Omgevingsloket. U heeft ook een vergunning nodig.

Tips uitvoering warmtepompen

Indien blijkt dat een binnen en/of buitenunit vergunningvrij geplaatst kan worden dan wordt wel dringend geadviseerd om voorafgaand aan de plaatsing met 2 aspecten rekeningen te houden:

  • Stel omliggende buurpercelen tijdig in kennis over de plaatsing van de warmtepomp en ga zo nodig met hen in gesprek zodat conflicten achteraf kunnen worden voorkomen.
  • Voor de buitenunit in een donkere kleurstelling uit zodat deze niet te beeldbepalend wordt voor de omgeving of afbreuk doet aan de monumentale/cultuurhistorische waarden (plant eventueel groen rondom de unit aan wat het aanzichtbeeld kan verzachten).

Geluidsnormen warmtepompen

Op grond van het Bouwbesluit geldt dat vanaf 1 april 2021 warmtepompen die op of nabij de perceelgrens van een ander perceel worden geplaatst niet meer dan 45 decibel overdag en maximaal 40 decibel overdag mogen produceren. Zie hiervoor ook onderstaande naar artikel, inclusief een rekentool om het geluidsniveau van warmtepompen te berekenen.

Nadere informatie

Het uitvoeren van bouwwerkzaamheden in een rijksbeschermd stads-/dorpsgezicht of bij een monument blijft altijd complex. Elk perceel en elk gebouw is uniek. Daardoor kan de toetsing van regels heel verschillend kan zijn. Voor deze situaties geldt eigenlijk altijd maatwerk. Neem daarom bij twijfel altijd contact op met het Omgevingsloket van de gemeente Apeldoorn.