Michael Boddeke, directeur deA

Michael Boddeke, directeur deA

Tien jaar bouwen aan een energiecoöperatie 

Van jongsaf heeft hij iets met duurzaamheid en wil hij er iets aan doen. Na zijn wethouderschap zet Michael zich in voor duurzame energie van en voor Apeldoorn. “Met energie heb je een heel belangrijke knop te pakken.” De organisatievorm: een energiecoöperatie. Wat zijn de bouwstenen daarvan? En wat zijn de tips voor anderen? 

“Het besef dat het niet goed gaat met deze aarde had ik al jong, maar ook de wil om daaraan iets te doen. Fossiele energie zie ik als een grote bedreiging voor onze samenleving. Het economische model dat we eromheen hebben gebouwd is eindig en heeft geen toekomst. Het gaat een tijdje goed, daarna niet meer. Een groot deel van onze vervuiling is ook fossiel gerelateerd. Met energie heb je dus een heel belangrijke knop te pakken. Duurzame energie is een kans, omdat je er zelf mee aan de slag kunt. Je neemt je energie weer in eigen hand. We hebben een mondiaal probleem, maar je kunt lokaal iets doen.”

“Met energie heb je een heel belangrijke knop te pakken.” 

“Van 2006 – 2010 was ik wethouder in gemeente Apeldoorn. In die periode heb ik actief gewerkt aan een lokaal, duurzaam energiebedrijf. In Apeldoorn was dit een belangrijk thema. We wilden energieneutraal zijn in 2020. We hadden één generatie om het probleem op te lossen.  

Tijdens mijn afscheid heb ik het idee van een plaatselijk, duurzaam energiebedrijf toegelicht. Een aantal mensen zeiden toen: het idee is goed. Als je er hulp bij nodig hebt, kun je op mij rekenen. Het geld dat ik cadeau kreeg bij het afscheid, was ook daarvoor bestemd.” 

“Daarna ben ik op zoek gegaan naar mensen om een groep van zes mee te vormen: mannen, vrouwen met verschillende inbreng. Mensen die duurzame energie ook belangrijk vonden en er tijd in wilden steken. Zo ontstond een initiatiefgroep. Met een goede fit en een beetje mazzel: mensen moeten elkaar wel een beetje liggen, sfeer is ook belangrijk als je samen iets opstart.”  

“Belangrijke bouwstenen zijn een duidelijke ambitie of visie. Die moet aanslaan en richting geven, en veel mensen enthousiasmeren. Daar hebben we in het begin veel tijd aan besteed. De essentie is zo geworden: duurzame energie van en voor Apeldoorn. Daarvoor moesten we met elkaar een aantal dingen duidelijk krijgen: wat is groene energie en wat niet? Blijven we een vrijwilligersclub of kiezen we ook voor betaalde krachten? Waar beginnen we mee, met energie besparen, met zonne- of windenergie? Het werd: lokale energie leveren en opwekken. We hebben veel tijd gestoken in dit fundament.” 

Olievlek 

“We zijn begonnen met een groep van zes personen. Daarna zijn de ideeën uitgewerkt met 60 mensen. We zijn gestart met de coöperatie toen 600 mensen bereid waren er 25 euro in te steken. Dat geeft de betrokkenheid of het draagvlak weer. Wíj kunnen wel lokale, eigen energie willen, maar er moet ook perspectief zijn: er moeten mensen op zitten te wachten.  
Die voorbereiding kostte veel tijd. En we wilden ook snel resultaat laten zien. Direct in het eerste jaar van de coöperatie organiseerden we daarom zonnepanelenacties en gingen we de energie van collectieve, lokale bronnen verkopen: energie van het Waterschap en van Attero. Dat gaf direct praktische invulling aan het verhaal van lokale energie. De gedachte was toen: als we uitverkocht zijn, gaan we meer energie opwekken.  
Dingen laten zien en resultaatgerichtheid zijn van het begin af aan kenmerken van deA. Er is de afgelopen tien jaar weinig tijd verloren gaan aan discussies en nota’s schrijven.” 

Van vrijwilligersinitiatief tot energiecoöperatie, hoe houd je het vol?  Michael: “Uiteraard hebben we regelmatig gehoord: ‘dat gaat toch niet lukken’. Dat zullen we nog wel eens zien, is mijn reactie dan. Je moet volhouden en geduld hebben. En het is belangrijk om mensen te vinden die ook intrinsiek gemotiveerd zijn. Als je gaat voor het idee, en niet voor het geld, houd je het langer vol en geef je niet gauw op.” 

Bouwen: anders dan je denkt 

deA heeft in tien jaar veel dingen opgepakt. Michael: “Een element van bouwen is dat je inspeelt op nieuwe ontwikkelingen. Als er een kans voorbij komt, pak je die op, of laat je hem liggen? Bij alles wat langskomt is steeds de vraag: past het bij onze doelstelling? En kunnen wij het? Vaak was het antwoord: ja. Zo is de coöperatie steeds groter geworden. We hebben echt een mooie organisatie en een mooie club mensen bij elkaar.” 

“Als je kijkt naar het oorspronkelijke plan, zijn er ook veronderstellingen die niet zijn uitgekomen. Zo hadden we de groei van het aantal energieklanten veel groter verwacht. Ook zijn er zaken niet gelukt, zoals windmolens en gasexpansie.”  

Een coöperatie ben je niet alleen

“Partners zijn ontzettend belangrijk. Een coöperatie ben je niet alleen. In het begin hadden we wel een idee, maar geen financiële middelen. We hebben toen gezocht naar personen, maar ook bedrijven, die belangrijk vinden wat we doen en in natura wilden bijdragen. Daar hebben we ontzettend veel steun aan gehad. Zoals bijvoorbeeld Sparkling, die ons jarenlang huisvesting heeft geboden, Boon Accountants, die zijn diensten aanbood aan deA. De Rabobank die het eerste jaar 2 mensen en gebruik van een zaal beschikbaar stelde. Het Waterschap, HuninkDorgelo verzekeringen, Kompaan, die als marketingpartner de eerste campagne voor ons opzette. 

Zeker als je begint als coöperatie, zijn er veel partijen bereid om je te helpen. Zonder die partijen was het nooit gelukt. 

Hoe kijk je terug op tien jaar deA? 

“Ik ben heel tevreden over wat we in tien jaar hebben neergezet. Ook dat het enthousiasme er nog steeds is. Een belangrijke graadmeter zijn de vrijwilligers. Van energiecoach tot bestuurslid, deA heeft tientallen vrijwilligers. Zolang er er genoeg vrijwilligers zich aanmelden die in de coöperatie iets willen doen, iets voor Apeldoorn willen betekenen, dan heb je de goede sfeer te pakken.” 

Wat heb je geleerd en zou je willen doorgeven aan andere energiecoöperaties? 

“Geloof in je eigen kracht en laat zien dat je dingen kunt doen, ook financieel. Kijk niet te snel naar subsidie.” 

“Wij zijn te voorzichtig geweest om geld te vragen voor wat we doen. Maar ik denk dat je beter niet bang kunt zijn om dingen te durven, en daarna ook geld te vragen voor wat je doet. Dat je uitlegt: wij vinden dit belangrijk, wij willen dit gefinancierd hebben. Een mooi voorbeeld daarvan vind ik ons bewonerstraject Duurzaam Huis dat bewoners van koopwoningen helpt hun huis te verduurzamen. Dat hebben we eerst ontwikkeld, daarna zijn we naar de gemeente gegaan en hebben gevraagd: dit levert het op, we denken dat dit voor jullie ook interessant is.” 

“Een ander leerpunt: Ook al heb je een ideële instelling: denk na over verdiencapaciteiten van een project, om het ook op lange termijn vol te houden. Wij hebben eigenlijk te veel projecten waar we weinig aan overhouden. We zijn een organisatie met een ideële doelstelling, zonder winstoogmerk. Maar wil je impact kunnen maken, moet je nadenken hoe je het gefinancierd krijgt.” 

“Het imago van een ideele vrijwilligersclub, ben je kwijt zodra je professionaliseert. Hoeveel vrijwilligers je ook hebt. Maar misschien is dat beeld van buitenstaanders wel veel minder belangrijk dan wij dachten. Je hebt ook kosten die betaald moeten worden.”  

“Kijk vooral ook wat er lokaal speelt en pak je projecten degelijk aan en grondig aan. Ik denk dat dat de reden is dat we weinig korte flodders hebben en veel langlopende projecten.  

Samenvattend zouden mijn belangrijkste tips zijn: wees niet te bang om projecten aan te durven als ze langs komen. En wees niet te bang om een goede prijs te vragen voor wat je doet, ook al ben je een ideële organisatie.“ 

deA is een energiecoöperatie die veel heeft bereikt. Wat zou je nog willen?  

“Het is nog niet af. Voor de organisatie zou ik willen dat we financieel nog wat robuuster worden. Verder dat we nog meer duurzame energie gaan opwekken, dus: meer opwekprojecten van zon en wind. Ook hoop ik dat we een grotere rol gaan spelen in de verduurzaming van woningen in gemeente Apeldoorn en dat we ook bedrijven daarbij kunnen gaan helpen.”